Op een Waddeneiland begin juni 1975, ook het broedseizoen van de schaarse Blauwe Kiekendief, waarvan het aantal broedparen in ons land rond de vijftig wordt geschat. Wij naderen een der mooiste duinvalleien van ons land, dicht begroeid met rijke vegetatie, omzoomd door duinrichels, vanwaar kijkerwaarnemingen op veilige afstand verantwoord zijn. De ’natuurwaarde’ van deze grote vallei is moeilijk te schatten, maar ingewijden in de exploitatieplannen van de NAM weten u te vertellen, dat juist dit brok natuur ook in de werkschema’s was opgenomen. Tegen deze winningsplannen is terecht massaal verzet gerezen, maar afgezien hiervan, was de NAM in ieder geval reeds bereid, gehoor te geven aan de protesten van natuurbeschermers tegen het boren juist in deze vallei en verplaatste de boorlocatie op de werktekeningen enkele kilometers verder, naar open zee. Extra kosten voor deze verandering in de gaswinningsplannen geschat op circa 20 miljoen gulden, de vallei zou ongemoeid worden gelaten en de kiekendieven zouden ongestoord kunnen blijven broeden. Ongestoord? Vanachter de duinen hoorden wij reeds voortdurend de alarmroep van de Blauwe Kiekendief, maar konden de oorzaak niet bepalen, door de manshoge en dichte vegetatie en het onoverzichtelijke terrein. Dit alarmerend rondvliegen was ongetwijfeld reeds geruime tijd aan de gang en toen de fotograaf met zijn telelens eindelijk op honderd meter van het nestgebied tevoorschijn kwam, was circa een half uur verstreken. De eigenlijke operatie – het zoeken van het nest – begon toen pas en hij bestond het, nog zeker twintig minuten rond te struinen, daarbij steeds feller aangevallen door de duikende kiekendief, naarmate hij het nest dichter naderde. Het valt te betwijfelen of hij wist dat het hier om een Blauwe Kiekendief ging. In ieder geval was hij volkomen ondeskundig, want hij zocht naar het nest op een hoogte van een paar meter, uitsluitend in grotere struiken, zoals meidoorn en vlier. Ten slotte blies hij zonder succes na ongeveer een uur de aftocht, de alarmroep verstomde, waarna je dan kunt gaan filosoferen over de paradoxale situatie: de NAM wil 20 miljoen méér investeren om dit natuurgebied te ontzien, maar anderzijds was, is en blijft die zelfde natuur ’vogelvrij’, helaas niet alleen voor de vogels, maar voor iedere deskundige en ondeskundige ’natuurliefhebber’, die hier zijn hobby wil uitoefenen.