Met het nieuwe broedseizoen is er weer een drukke tijd aangebroken voor de medewerkers aan het Atlasproject. Dit is immers het een na laatste jaar dat gegevens verzameld kunnen worden voor de Atlas van de Nederlandse broedvogels. Het blijkt dat er nog heel wat te doen valt. De meest urgente gebieden zijn weergegeven in figuur 1, die de stand van zaken op 11 februari 1976 geeft. Het belangrijkste zijn de met * gemerkte vakken. Deze representeren de blokken waar nog niets aan gedaan is. Het wordt hoog tijd dat ook hier met de inventarisatie begonnen wordt; wanneer dat wordt uitgesteld tot volgend jaar, lopen we het risico dat deze gebieden niet volledig kunnen worden onderzocht en aanvulling van de gegevens is dan niet meer mogelijk. De belangrijkste probleemgebieden liggen in Zeeland en Noord-Brabant. Hier is nog een duidelijke tekort aan medewerkers. Opvallend is verder dat het vaak blokken langs de landsgrens betreft, waarvan het Nederlandse gedeelte soms aanmerkelijk kleiner is dan 2500 ha. Wellicht is het mogelijk dat iemand, die een aangrenzend blok onderzoekt, zo’n klein grensblok voor z’n rekening neemt.