In de afgelopen jaren zullen vele Nederlandse vogelaars vanaf Spanje’s zuidpunt een verlekkerde blik over de Straat van Gibraltar hebben geworpen op de flauw zichtbare heuvels van het Afrikaanse continent. Dit gold ook voor mijn vrouw en mij. In 1972 konden wij onze verlangens realiseren en een bezoek brengen aan een gedeelte van Zuidwest-Marokko. In het voorjaar van 1975 zijn wij weer naar Marokko getrokken, ons nu bepalend tot de noordelijke punt, ruwweg het gebied binnen de driehoek langer, Tetouan en Larache. Ons hoofddoel was het waarnemen van de trek over het gebied rond langer. Het is algemeen bekend, dat in nazomer en najaar grote aantallen ooievaars en stootvogels over de Straat van Gibraltar naar hun Afrikaanse winterkwartieren trekken en het leek dus aannemelijk, dat in het voorjaar van de terugtrek iets merkbaar zou moeten zijn.