Dat je in een kleine tuin, in de bebouwde kom, een enorme vogelrijkdom kunt beleven, bewijst onderstaande ervaring. De bevindingen spelen zich af, in de afgelopen 7 jaar, in een tuintje van ± 10 bij 7 m. Ons huis is als volgt gesitueerd: Ligging in een gewone straat, met auto woon-werk-, geen snelverkeer. Vóór straatkant, met een voortuintje van 3 m. diep, linkerzijde vast aan belendend pand, rechts omloop van 1 m. breed, grenzend aan een zelden gebruikt geitenlandje, achterzijde begrensd door een voetbalveld. Het geheel is omgeven door een ligusterhaag, waarvan het onderste gedeelte is bespannen met wijdmazig kippengaas. Een deel der omheining is van rietmatten. Boven op de haag en matten steken we van tijd tot tijd twijgen rozedoorns, tegen katten. Deze snoeisels zijn gratis bij tuinman of plantsoenen te krijgen. Zo is ons tuintje volmaakt kattenvrij, want de enige toegang opzij is afgesloten door een hoog hek van latten, bekleed met kippengaas, waarvan boven een stuk los overhangt, dat bij de minste aanraking op en neer deint en op de schutting aan de linkerzijde groeit een weelderige kamperfoelie, waar geen doorkomen aan is en die in de herfst veel vogels trekt, door de bessen.