Vanwege de toenemende bedreigingen van de IJsvogel (Alcedo atthis) in Nederland leek het ons zeer wenselijk de verspreiding en biotoopkeus van deze soort in de komende jaren uitgebreid te onderzoeken. Eén van de doelstellingen van het onderzoek is te komen tot een goed inzicht inzake de mogelijkheden om kunstmatige nestgelegenheid voor de IJsvogel te creëren. Vóór 1963 was de IJsvogel een vrij schaarse broedvogel (250-2500 paren). Na de strenge winter van 1962/1963 bedroeg het aantal vastgestelde broedgevallen slechts acht! (Timmerman 1970, met aanvulling Hens 1965). Gelukkig is sindsdien de stand langzamerhand toegenomen en bedraagt het huidige aantal broedparen (1975) naar schatting 250-300 (Meininger, Kwak & Heijnen 1976, ongepubliceerd).