Verrast keek de heer Schmitz naar de grote kersenboom in zijn volkstuintje bij de paardenrenbaan van Keulen. Hij kon zijn eigen ogen haast niet geloven: grasgroene, circa 40 cm grote, papegaaien snoepten van zijn kersen. Toen Schmitz hen opjoeg, vlogen ze al krijsend pijlsnel naar een andere tuin. Ook vele.andere Keulenaren ontdekten de laatste tijd Halsband- of Kleine Alexanderparkieten (Psittacula krameri) in plantsoenen, tuinen, op kerkhoven en in grote bomen langs de wegen. Zelfs op het drukke Domplein en op de Neumarkt, midden in de stad, zijn de vogels al gezien. Alexanderparkieten staan hiervoor bekend dat zij het grootste verspreidingsgebied hebben van alle vrij levende papegaaien van Zuidoost-China en India tot aan West-Afrika toe. Maar hoe gelukte het hen zich in het hart van Europa te vestigen? Een Nieuwzeelandse dierenverzorger heeft in 1967 zes tamme Alexanderparkieten in de Keulse dierentuin vrij rond laten vliegen. In de bomen van de op drie na oudste Duitse dierentuin voelden de vogels zich geheel thuis en kwamen alleen terug in hun open kooien om te eten. Ten slotte waren ze helemaal zelfstandig en breidden ze hun zwerftochten steeds verder uit tot in de hoge oude bomen van de botanische tuin. Een ook al spoedig tot op het noordelijke kerkhof, waar boomholten schuilplaats en beschutting boden tijdens slechte weersomstandigheden. De eerste winter kwamen de Halsbandparkieten goed door. Het milde klimaat van Keulen en de vele voederplaatsen voor inheemse zangvogels droegen er zeker toe bij. Na twee jaar broedden de Halsbandparkieten in een boomholte van de dierentuin. Hun aantal vermeerderde zich tot tien. Toen was het hek van de dam. Vanaf 1970 groeide hun bestand geweldig. Opmerkzame waarnemers schatten dat momenteel al 250 tot 300 van deze geliefde papegaaien in de Domstad voorkomen en steeds verder in de omgeving doordringen. Onlangs zijn de Halsbandparkieten in Erfstadt en Brühl waargenomen. Zullen de Westindische gasten zich definitief thuisvoelen in de Bondsrepubliek? Zij zijn niet het eerste voorbeeld van inburgering van uitheemse dieren. Velen van ons zijn zich niet bewust, dat ook damherten, moerasbever en moefflons geen Middeneuropese diersoorten waren. En de talloze Turkse Tortels trokken helemaal zelfstandig van uit hun Aziatisch leefgebied, daar zij bij ons de voor hun gunstige levensvoorwaarden vonden.