In het najaar van 1974 kon ik voor het eerst gedurende langere tijd de invasies van Noordeuropese vogels in Portugal waarnemen. Vele jaren heb ik in Nederland de vogeltrek gevolgd en kon eigenlijk alleen de kenmerken van in het najaar vertrekkende vogels waarnemen. Nu, woonachtig in Portugal, lijkt het of de seizoenen zijn verschoven. September, oktober zijn nu voor mij maanden van komende vogels, vogels afkomstig uit onder andere Nederland. Het geeft je een gevoel alsof het kleine boodschappers zijn, welke je iets meebrengen vanuit je eigen land. Duizenden en nog eens duizenden vogels trekken in grote zwermen of lange slierten voorbij. Dit tijdelijke verschijnsel krijgt hier voor vele soorten een min of meer blijvend karakter. Komen de Putters of Sijsjes hier namelijk in grote trekzwermen binnen, eenmaal in Portugal blijven tientallen kleinere zwermen van 50-150 ex. rondvliegen. Weer andere soorten zijn hier slechts passanten waar we dan in het voorjaar weer naar uitkijken. Als ik hier midden februari de eerste Boerenzwaluw weer zie, realiseer ik mij, dat mijn vogelvrienden in Nederland ongeduldig zitten te wachten op de komst van hun zomergasten. En dat er in Nederland vogelvrienden zitten, blijkt dan maar weer eens uit het opgerichte Nederlands Comité Bescherming Trekvogels.