Cyprus, het op twee na grootste eiland in de Middellandse Zee, ligt in het oostelijk deel van de Middellandse Zee. Wegens zijn aardrijkskundige ligging is Cyprus altijd het doorgangshuis geweest voor een deel van de Europese trekvogels op weg naar Afrika, landen aan de evenaar en Zuid-Afrika gedurende de herfst en in omgekeerde richting gedurende het voorjaar. Cyprus wordt als tussenstation gebruikt door de vogels om uit te rusten, voordat zij hun reis vervolgen. Wegens dit feit en het feit dat Cyprus veel inheemse vogels telt, hebben de Cyprioten van oudsher veel belangstelling getoond voor de vogels. Helaas echter misbruikten zij deze grote belangstelling en ontdekten zo allerlei manieren om vogels te vangen voor de keuken, omdat dit wegens hun grote armoede de enige manier was om aan vlees te komen. Eén van de eerste manieren, die zij ontdekten, naast de vele soorten strikken, die niet erg doelmatig waren, was het gebruik van lijmstokken. De lijmstokken worden gemaakt met behulp van een bepaalde gom, die voorkomt in de vruchten van een boom, die op het eiland en ook in omliggende landen groeit. De gom wordt eerst met honing vermengd en dan op kleine olijftakjes, die 30- 60 cm lang zijn, gesmeerd. De lijmstokken worden dan in een boom gezet en zodra de vogels er op gaan zitten, zitten zij vast.