Wegens diverse sociale en economische redenen zijn over het algemeen de Middellandse Zee-landen achtergebleven bij de rest van Europa in het ontwikkelen van een geweten wat betreft de ons omringende natuur. Malta met een oppervlakte van slechts 122 vierkante mijl, heeft meer dan 10.000 jagers met een vergunning (het aantal clandestiene jagers moet net zo geweldig groot zijn), naar schatting zo’n 7000 vogelvangers en ook nog talrijke preparateurs, die werken voor een menigte particuliere verzamelaars. Ons eiland biedt een typisch beeld van de toestand, zoals die zich voordoet in de meeste Middellandse Zee-landen. Wegens het ontbreken van een gezonde belangstelling voor een natuur, die volkomen aan de mens ondergeschikt is gemaakt en door een steeds toenemende bevolkingsdruk, bereikte de vervolging van de wilde dieren zo’n hoogtepunt, dat er uiteindelijk alleen maar de trekvogels overbleven om te schieten en te vangen. Zonder dat wij er iets aan kunnen doen zijn wij dus gedoemd toe te zien hoe ieder vooren najaar een schrikbarende golf van geweld losbarst, wanneer de niets vermoedende trekvogels neer dalen in deze bedriegelijke oase van rust gedurende hun reis. Het is voldoende slechts één voorbeeld te noemen: jaarlijks worden ongeveer 500 stootvogels afgeschoten, een tol die nog ondragelijker is voor hen, die zich bewust zijn van de precaire situatie waarin deze vogels zich bevinden.