Tijdens de Studiedag Lauwersmeer op 4 juni 1977 werd documentatie verschaft over de Lauwersmeer waarbij M. van Eerden en J. Prop over de vogels in dit gebied informeerden. Na de afsluiting van de Lauwerszee nam de oppervlakte aan potentieel broedgebied toe. Circa 55 vogelsoorten, een totaal van 10-15.000 broedparen werden broedend vastgesteld w.o. Pijlstaart, Krakeend, Bruine en Grauwe Kiekendief, Kwartel, Strandplevier, Kluut, Dwergmeeuw, Velduil en Grauwe Gors. Tegenwoordig vormt de Lauwersmeer één van de belangrijkste waterwingebieden in West-Europa. Regelmatig komen er meer dan 100.000 vogels. De Wilde Eend, Wintertaling, Pijlstaart, Krakeend, Smient, Slobeend, Tafeleend, Brilduiker, Grote Zaagbek, Bergeend, Brandgans, Grauwe Gans en Kleine Zwaan overschrijden de bekende 1%-norm volgens toepassing van de Ramsar-criteria. Voor deze soorten wordt het gebied van internationaal belang geacht. De totale overschrijding van deze soorten bedraagt ten minste 149 maal deze norm. Samenvattend kan gezegd worden, dat bij de inrichting en het beheer van de Lauwersmeer rekening moet worden gehouden met het volgende: – het voedselareaal voor de vogels mag niet ingekrompen worden. Dit zou het gevolg kunnen zijn van ontginning en uitbreiding óf aanleg van recreatieve en militaire voorziennigen. – het open, grazige karakter van het gebied moet gehandhaafd blijven. – hetzelfde geldt ten aanzien van open, kale oever langs de slenken. – de waterstanden dienen laag te zijn in de zomer en relatief hoog in de winter. – er moeten waarborgen zijn voor rust en goede waterkwaliteit. De Werkgroep Lauwersmeer (postbus 90, Harlingen, tel. 05178-5541) gaf een brochure uit ’Lauwersmeer, natuur- en recreatiegebied of militair oefenterrein?’.