Ruim 600 ornithologen zijn deze zomer naar Berlijn gereisd om het zeventiende Internationale Ornithologische Congres bij te wonen, dat daar van 4 tot 11 juni werd gehouden. Als we bij dit aantal ’full members’ nog de ruim 150 gezinsleden tellen die als ’associate members’ waren meegekomen, komen we op een totaal van bijna 800 congresgangers. Deze waren afkomstig uit 43 landen. Ons land was goed vertegenwoordigd, ik heb 22 Nederlanders geleld. Uit België waren er 14 deelnemers. De grootste contingenten congresleden kwamen, zoals gewoonlijk, uit het organiserende land, Duitsland, en uit de USA. Engeland, ook zoals gewoonlijk. kwam op de derde plaats. President van dit congres was prof. Donald Farner uit Seattle in de Verenigde Staten, secretaris-generaal dr. Rolf Nöhring van de Berlijnse Dierentuin. Het congres werd gehouden in de Kongresshalle, een mooi gebouw met een merkwaardig gewelfd dak, in de Berlijnse volksmond de ’prairie-oester’ genoemd. Behalve de grote congreszaal, met 800 mensen lang niet vol, waren er nog 7 andere zalen en heerlijk veel ruimte in hallen en gangen om rustig even neer te strijken voor een praatje. Het gebouw ligt midden in Berlijn in een fraai park, Tiergarten; ondanks die naam is het geen dierentuin.