Vogels kiezen soms wonderlijke plaatsen uit voor hun nest, geheel afwijkend van de normale gewoonte. In 1933 ontdekte ik in de Bergerduinen het nest van een Stormmeeuw gebouwd in een lage boom. In de daarop volgende jaren bleken meerdere paren dat voorbeeld te volgen en ook in andere duingebieden, zoals in de Bloemendaalse duinen en in de duinen van de Amsterdamse Waterleiding werd het broeden in bomen geconstateerd. In 1941 was er zelfs een stormmeeuwenpaar dat een nest bouwde op méér dan 8 meter boven de grond in een popel langs de weg nabij De Fransman, Bergen (N.-H.). Dit jaar (1977) was er een nest van een Stormmeeuw dat gebouwd was op de nok van een plantenkas. En dr. Jelgersma te Bergen aan Zee vertelde mij dat er dit jaar ook nesten door de Stormmeeuwen gebouwd werden op de platte daken van gebouwen van de waterleiding in de Bergerduinen. Ook van Zilvermeeuwen is het nestelen op platte daken van gebouwen vastgesteld. Op Texel was het nestelen van Scholeksters op de nok van schapenboetjes een bekend feit en er waren dergelijke boeten die elk jaar een scholeksternest rijk waren. Vaak werden ook nesten gevonden op een hoolklamper. Heel lang geleden vond ik eens een nest van een Scholekster in de kop van een knotwilg langs de IJssel nabij Olst.