Zoals zo veel trekvogels begeven ook de Kraanvogels zich elke herfst op weg naar hun overwinteringsgebieden om in het voorjaar weer terug te keren naar hun broedgebied. Omdat er over de jaarlijks terugkerende kraanvogeltrek vrij weinig gegevens verzameld werden, leek het goed een begin te maken met het regelmatig verzamelen van trekwaarnemingen. Ik denk hierbij aan het aantonen van belangrijke pleisterplaatsen en vliegroutes, die van essentieel belang kunnen zijn voor het voortbestaan van de soort. Ook avifaunistisch gezien lijkt het waardevol met regelmaat de gegevens te vergaren, te coördineren en te publiceren. In de vijftiger jaren werd er door anderen al een begin gemaakt met onderzoek naar het verloop van de kraanvogeltrek in Nederland en het eventueel voorkomen van pleisterplaatsen hier te lande (Braaksma 1957). Onlangs verscheen er een verslag over de Kraanvogels in de provincie Limburg uit de herfst van 1976 (Vergoossen 1977).