Vóór de afsluiting van het Haringvliet in 1970 was het Hollandsch Diep- Haringvliet-gebied een typisch estuarium. Rivier- en zeewater hadden een brede ontmoetingszône, waarin zeer waardevolle milieu-situaties ontstonden. Na de afsluiting veranderde een en ander heel sterk. Het getij viel weg. Het zoutgehalte daalde snel, terwijl stroomversnellingen vrijwel uitsluitend naar zee liepen. Behalve wijzigingen in de plaatselijke zoutminnende en zouttolerante vegetatie door de afsluiting, had dit gebeuren ook grote gevolgen voor de vogelwereld. Onder andere de Plaat van Scheelhoek, gelegen aan de NO-kant van Goeree aan het Haringvliet vlak bij de Haringvlietdam, die al in 1965 voor het getij werd afgesloten, veranderde volledig van aanzien en vogelbevolking, De grote groepen broedvogels, zoals Grote Stern, Visdief, Dwergstern, Kluut enz. verdwenen. Geleidelijk aan namen andere vogels bezit van de Plaat. De Bruine Kiekendief onder andere is thans met vier broedparen gevestigd, terwijl ook de Blauwe Kiekendief met succes heeft gebroed.