In 1978 werden voor de tweede achtereenvolgende maal de fenologiegegevens verzameld. In 1977, dat als proefjaar gold, werd van 54 soorten de eerste waarnemingsdatum gevraagd. Er kwamen 25 schriftelijke reacties binnen, welke de gegevens bevatten van 100-200 waarnemers. Door velen werd het aantal soorten waarvan men de eerste waarneming moest inzenden te groot gevonden, reden om de lijst met 15 in te krimpen tot 39 soorten. Mede hierdoor was het aantal reacties in 1978 bijna verdrievoudigd, terwijl het aantal medewerkers op ruim 400 geschat kon worden. Toch blijken de waarnemingen, ondanks het sterk uitgebreid waarnemersnet sterk van het toeval afhankelijk te zijn.