Ongetwijfeld is het Iberisch Schiereiland van levensbelang voor ontelbare miljoenen Europese vogels van alle orden, families en soorten. Het zou natuurlijk onjuist zijn te stellen dat Iberia HET belangrijkse vogelgebied in Europa is, aangezien het schiereiland – of wat dat betreft Spanje-, zonderde broedgebieden in de rest van Europa, niet alle trekvogels te zien zou krijgen, die hier doortrekken of een deel van hun levenscyclus hier doorbrengen, en omgekeerd. Maar zelfs als wij alleen maar de broed- en standvogels van Spanje meetellen, treffen wij hier een vogelrijkdom aan, die men nergens in West-Europa aantreft. Als wij alleen maar de stootvogelstand in beschouwing nemen, dan zien wij dat er ruw geschat 15 soorten het hele jaar door in Spanje voorkomen, die een aantal van meer dan 300.000 vertegenwoordigen en nog eens 9 soorten, die alleen maar broedvogel zijn, 104.000 in aantal. Wat betreft de overwinterende watervogels, in januari 1972 telde men er 415.000. Soms wel 80% van alle Grauwe Ganzen, soms meer dan 80% van de Europese Kraanvogels brengen in Spanje de winter door. Het zou in een kort artikel onmogelijk zijn om maar een poging te doen alle interessante’ soorten op te noemen, die te vinden zijn in de woeste berggebieden, de eindeloze vlakten en de nog vrij veel voorkomende moerassen en watergebieden, die binnen de half miljoen vierkante kilometer van het Spaanse gebied liggen. De Iberische Keizerarend, Monniksgier, Zwarte Ooievaar, Visarend, Audouins Meeuw, Flamingo, Grote Trap, – de lijst zou eindeloos zijn! Natuurlijk kreeg Spanje pas veel later met industrialisatie en het openleggen van het platteland voor de ’beschaving’ te maken dan de meeste andere Europese landen. Dit verklaart waarschijnlijk deze overvloed aan soorten. Maar noch het buitenwonen van mensen boven een bepaald maatschappelijk peil, noch dierenliefde vormen eigenlijk een Spaanse traditie.