Onder invloed van de felle koude in januari en februari 1979 zijn er grote aantallen Europese taigarietganzen (Anser fabalis fabalis) naar West-Europa gekomen. In Nederland hielden deze vogels zich vooral op in het stroomgebied van de grote rivieren. In januari en februari werden in dit gebied (kaart 1) respectievelijk 6530 en 10.135 van deze vogels geteld. Opvallend was, dat de ganzen zich vooral ophielden in gebieden waar, tot een tiental jaren geleden, regelmatig taigarietganzen overwinterden. De taigarietganzen vertoonden een gedrag dat afwijkt van dat der andere Rietganzen (A. f. rossicus). Zij foerageerden niet alleen op graslanden en wintergraan, maar ook op bladkool, knollen, spruiten en maïs. Zij wisten feilloos onder een dikke sneeuwlaag verborgen voedsel te vinden. Bovendien overnachtten zij voornamelijk op het land en bovendien waren zij weinig schuw. Van de in het rivierengebied waargenomen taigarietganzen die, in het kader van verspreidingsonderzoek, met halsringen gemerkt zijn, waren er 5 afkomstig uit de DDR en 2 uit Zweden.

Het Vogeljaar

CC BY 3.0 NL ("Naamsvermelding")

Stichting Het Vogeljaar

L.M.J. van den Bergh. (1979). Over het voorkomen van Taigarietganzen (Anser fabalis fabalis) in het stroomgebied van de grote rivieren in de winter 1978/1979. Het Vogeljaar, 27(3), 118–123.