De laatste jaren hebben mij van verschillende kanten berichten bereikt dat er vogels verbranden in gasvlammen op de Noordzee. De eerste keer dat ik iets over deze problematiek hoorde was in begin december 1973 toen ik werd opgebeld door een journalist van een krant uit Oslo. Hij had van arbeiders, werkzaam op booreilanden in de Noordzee, gehoord dat in de herfst van 1973 honderden vogels de vlammen invlogen en levend verbrandden. De grote open gasvlammen bleken op de trekvogels als een magneet te werken. Wat later werd ik opgebeld door iemand die op dat moment aan het werk was op een booreiland in het Ekofisk veld. Hij vertelde dat een groot aantal trekvogels, vooral Spreeuwen en lijsters, door verbranding was omgekomen. De meeste slachtoffers vielen tijdens enkele mistige nachten in de herfst van 1973. De man wilde anoniem blijven. Deze gegevens werden gebruikt bij een voordracht die ik over deze problematiek hield tijdens een vergadering van de ’International Society for Protection of Animals’ in mei 1974 in Oslo en welke voordracht later gepubliceerd werd (Lid 1974). Vooral in 1977 heb ik meer informatie gekregen over het probleem. Tijdens de Internationale Zeevogelconferentie in maart 1977 te Aberdeen vroeg ik het merendeel van de deelnemers of ze over informatie beschikten. Velen hadden er wel eens iets over gehoord maar ik kon niemand vinden die me concrete informatie over het probleem kon leveren. Wel kwam ik in contact met een Brits ornitholoog die door BP was aangesteld om onderzoek te doen naar de olie/zeevogelproblematiek maar hij kon me er evenmin veel over vertellen. Hij wist dat er ’s nachts zangvogels in de vlammen verbrandden en dat dit zo nu en dan ook gebeurde met ’stormpetrels’ (Stormvogeltjes en/ of Vale Stormvogeltjes). Een vertegenwoordiger van de RSPB uit Engeland vertelde me iets dergelijks maar aantallen kon hij niet noemen. Een gedetailleerd literatuuronderzoek leverde tot mijn verrassing op dat er niets over dit onderwerp gepubliceerd was, noch voor wat betreft de olievelden op de Noordzee, noch voor andere zeeën of het vaste land. Ik geloof daarom dat het zinvol is hier wat meer uitgebreid in te gaan op informatie die ik heb gekregen van Børge Domino en Ole Fuhr, die beiden hebben gewerkt op het booreiland Beryl A in de Britse sector van de Noordzee.