Dit vogelvademecum moet de beginner, de ervaren vogelliefhebber en ook de beroepsornitholoog een hulp zijn. De auteur heeft ongetwijfeld zeer veel informatie bijeengebracht, waarvan hij uit eigen ervaring weet dat ’men’ er regelmatig om vraagt. De nauwgezetheid van Taapken kennende weet ik zeker dat hij vele zaken uitgebreider had willen behandelen. Het vademecum geeft aan hoe men met de vogelstudie kan aanvangen, hoe notities gemaakt kunnen worden en welke hulpmiddelen bij het kijken naar vogels gebruikt kunnen worden en hoe. De Vogelwet 1936 en de Jachtwet komen ter sprake, het werk van de Controleurs-Vogelwet 1936, de Wet bedreigde uitheemse diersoorten en de lijst van soorten die niet meer ingevoerd of verhandeld mogen worden’ Het ringen van vogels waarbij aangetekend moet worden dat hierdoor ook de niet-ringer meer begrip voor het ringonderzoek kan opbrengen als hij beter bekend is met dit werk, de wintervoeding waarbij de auteur terecht opmerkt dat het grote educatieve waarde heeft, de mensen dichter bij de natuur brengt, maar dat het ook gerust als een soort egoïsme gezien mag worden. Daarna volgen nog hoofdstukken over het aantal mogelijkheden om door kunstnesten vogels aan nestgelegenheid te helpen waarbij de plaatjes van Marius Kolvoort bijzonder instructief zijn, wat te doen als wij een levende, of dode vogel in handen krijgen, het aanleggen van een vogeltuin of vogelbosje, geluidsopnamen, het ornithologisch onderzoek in Nederland, contactadressen in Nederland en België, tijdschriften en litteratuur over diverse onderwerpen inzake vogels. Dit alles gelardeerd met een grote hoeveelheid adressen, ook waar u het beste nestkasten kunt bestellen, welke zaak u een goede schuiltent of parabool kan leveren, waar u gewonde vogels in uw omgeving kunt brengen.