Ten behoeve van herziening streekplan Twente wordt momenteel door de Stichting voor Bodemkartering (Stiboka) te Wageningen in opdracht van Gedeputeerde Staten van Overijssel en in nauwe samenwerking met de Provinciale Planologische Dienst van deze provincie een landschapsinventarisatie uitgevoerd op schaal 1 : 25000. Hierdoor ontstaat een gedetailleerd overzicht van de ligging en het karakter van o.a. begroeiingslijnelementen. In een vorig artikel in dit tijdschrift (Buitenhuis & Gerritsen 1979) werd uiteengezet hoe deze landschapsinventarisatie als basis zou kunnen dienen voor een ornitologisch vervolgonderzoek.ln dit artikel volgen de resultaten van dit ornithologisch vervolgonderzoek uitgevoerd in 1979, dat zich beperkte tot de broedvogels van de begroeiingslijnelementen, omdat deze voor broedvogels waardevolle landschapselementen in het Nederlandse cultuurlandschap, zowel in kwalitatief als kwantitatief opzicht, sterk achteruitgegaan. In dit onderzoek werd alleen aandacht besteed aan de relatie tussen de structuur (verticale gelaagdheid) van begroeiingslijnelementen en de aanwezigheid van broedvogels in begroeiingslijnelementen. Andere factoren die de broedvogeldichtheid kunnen beïnvloeden zoals o.a. bodem, grondgebruik, grondwaterstand en recreatiedruk komen niet ter sprake. Van dit onderzoek zal te zijner tijd een uitvoeriger rapport verschijnen bij de Provinciale Planologische Dienst (PPD) Overijssel.