Wij kunnen een heg of een houtwal beschouwen als een levensgemeenschap van planten en dieren in samenhang met de bodem en de directe omgeving: een ecosysteem. De avifauna maakt hiervan een belangrijk deel uit. Vogels kunnen op vele manieren aan een heg of houtwal gebonden zijn. Ze vinden er mogelijkheden om te vluchten voor predatoren, beschutting tegen het klimaat en vele plaatsen om te nestelen. De vruchten van de vele soorten bomen en struiken dienen tot voedsel, evenals de vele insekten. Opgaande bomen zijn belangrijk als zangpost (Fitis, Geelgors) en geknotte bomen leveren broedgelegenheid aan holebroeders (Steenuil, Gekraagde Roodstaart). De vogels op hun beurt beïnvloeden het hegmilieu door het binnen de perken houden van insekten en het verspreiden van zaden. Heggen en houtwallen ontlenen hun grote betekenis voor vogels aan enkele bijzondere eigenschappen. Het artikel beschrijft deze eigenschappen en de relaties met de vogelwereld. Aangegeven wordt wat van belang is voor het herstellen of handhaven van de ornithologische betekenis van heggen en houtwallen.