Na het succesvolle Atlasproject voor Broedvogels organiseert SOVON nu het Atlasproject voor Winter- en Trekvogels. Door middel van dit project wordt getracht een beeld te krijgen van de verspreiding van alle in ons land voorkomende vogelsoorten door het hele jaar heen. Dit project vormt eigenlijk een logisch vervolg op het Atlasproject voor Broedvogels. In SOVON-mededeling no. 15 (zie Het Vogeljaar 1978, blz. 124-127) werd uitvoerig beschreven hoe de werkwijze is van het Atlasproject voor Winter- en Trekvogels. In het kort komt het er op neer dat elk atlasblok minimaal een jaar lang iedere maand onderzocht wordt op alle vogelsoorten die er voorkomen. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen overtrekkende vogels en vogels die van het terrein gebruik maken. Het gaat bij dit project in eerste instantie uitsluitend om het vaststellen van de aan- of afwezigheid van vogelsoorten. Eventueel kan de waarnemer ook aantalsschattingen maken.