Nadat de Raaf in 1948 uit ons land was verdwenen (Teixeira 1979) werd in 1966 met financiële steun van het Wereld Natuur Fonds door het Rijksinstituut voor Natuurbeheer een project gestart om de Raaf weer als broedvogel in Nederland terug te krijgen (Timmerman 1973). Ten behoeve van dit project werden in de loop der jaren zestig en zeventig een groot aantal jonge Raven uit Duitsland naar Nederland gehaald. Naast vogels die direct werden uitgewend, werden hiervan ook exemplaren in grote volières aangehouden om een eigen kweek op te bouwen. De Raven werden aanvankelijk alleen vrijgelaten in de provincie Utrecht, Gelderland en Drenthe, later ook in de provincie Noord-Holland en Groningen. Op deze wijze werd in de loop van de jaren zeventig een kleine populatie vrij vliegende Raven opgebouwd (Timmerman 1973).