West-Europa is deze winter (eind november-februari) zwaar geteisterd door olievervuiling. De eerste zichtbare verliezen leden de zeevogels, in het bijzonder de Zeekoeten en de Alken. De regelrechte olieramp bezorgde in alle Westeuropese landen grote krantenkoppen en Zweedse laboratoriumproeven wezen uit dat daar onder meer de Griekse tanker ’Stylis’ de oorzaak van is geweest. Maar de grote verwarring, die er ondanks veel gecoördineerd samenwerken, ontstond heeft de zaak wat verdoezeld dat er zonder enige twijfel meer oorzaken zijn die de olievervuiling hebben veroorzaakt. Er hebben zich verschillende 'golven' voorgedaan, die ook in België werden opgemerkt. Kort voor het afsluiten van dit artikel kondigde op 9 februari 1981 zich een nieuwe 'golf' slachtoffers aan. Het is zeker dat er veel meer slachtoffers onder de zeevogels zijn gevallen, dan dat er zijn aangetroffen. Het is niet ondenkbeeldig dat er wel minimaal zo'n 250.000 zeevogels, waarvan het grootste deel Zeekoeten en Alken, het slachtoffer zijn geworden. Hieronder bevonden zich vooral veel jonge vogels, waarbij moet worden aangetekend dat de schade toegebracht aan de populaties daardoor eerst na jaren merkbaar zal zijn. Overigens blijkt dat er nog lang niet genoeg bekend is over het verblijf gedurende de winter van de diverse zeevogelsoorten.