Toen wij onze acties begonnen ten behoeve van drie jaar vrije doortocht over de Col d’Orgambideska in de Franse Pyreneeën hadden wij niet durven hopen op zo’n intensief medeleven van onze lezers. De laatste maanden ontvingen wij wederom ruim f 4000,-- voor het laatste jaar op de Col d’Orgambideska. Jaap Taapken bezocht de bezetting van de Col d’Orgambideska tijdens het hoogtepunt van de vogeltrek en maakte de barre omstandigheden mee waaronder de Franse vogelbeschermers, in samenwerking met Nederlanders, Belgen en zelfs Finnen, op de col moesten leven. Bovendien begeleidde Jaap Taapken een, niet vogelkundig, redactie-lid van het tijdschrift 'Grasduinen' naar de Col d’Orgambideska (zie ook 'Grasduinen' januari 1981, pagina 46-50). Wij blijven het werk van de Fransen steunen. Deze herfst is het laatste seizoen van de driejarige huur van de col. Wat de plannen daarna zullen zijn is nog niet precies uitgestippeld. Zodra deze nieuwe plannen bekend zijn gemaakt zal óók het tijdschrift 'Grasduinen’ met een geldinzameling voor het nieuwe project starten. In elk geval gaan de Franse vogelbeschermers zich verder specialiseren in het voorkomen en de doortrek van de stootvogels, om bewijzen in handen te hebben hoe belangrijk de Pyreneeën zijn voor de stootvogels van een groot deel van West- en Noordwest-Europa. Er zullen studies van vleugelpatronen worden gemaakt om ouderdom van de dieren te kunnen bepalen en men hoopt een groot deel van de voorbijkomende stootvogels fotografisch vast te leggen. Bovendien is het plan de bezetting van de col het volgende seizoen te vervroegen tot midden augustus. Men heeft namelijk gemerkt dat de vroegere trek voor een gedeelte wordt gemist als men pas midden september komt. Een zwaardere taak dus voor de vaste bezetting, die afgelopen seizoen van 15 september tot 20 november duurde, de periode van de opening van de jacht. Het aantal stootvogels, dat daar overkomt, moet in de vele duizenden lopen en daar bevinden zich een kleine twintig soorten onder. Frangois Sagot en zijn metgezel Gerard Blake hebben er een barre tijd op zitten, terwijl de leider Joël Tanguy Le Gac hen regelmatig assisteerde en een hart onder de riem stak. Mede dank zij de vele giften van de lezers van ’Het Vogeljaar’ is er een internationale hulp op gang gekomen, die gaandeweg de vogelbescherming als iets vanzelfsprekends moet maken, waar thans nog voornamelijk de jacht op alles dat vliegt hoogtij viert. Tot hoog langs de bergwegen zagen wij bovendien de grote posters opgeprikt op de bomen: Chasseurs, ne tirez pas sur les rapaces, ils sont tous protégés par la loi’. Dankzij u!...