Friese Weidevogelbescherming in 1979-1980

Het lijkt mij dat ik zeker niet de enige ben geweest, die enigszins aanstoot heeft genomen aan het artikel van H. Kamp over de activiteiten van de Bond van Friese Vogelbeschermingswachten in 1979 en 1980 in 'Het Vogeljaar '29 (1): 30-31. De redenen zijn de volgende: 1) Allereerst geloof ik dat de schrijver er beter aan had gedaan om op een iets bescheidener toon van de BFVW-activiteiten te spreken. Om zich zo lovend over een bepaalde vogelbeschermingsactiviteit uit te laten in een vogeltijdschrift is mijns inziens al wat onnodig, maar zeker onverstandig als het gaat om de BFVW, waarover toch juist bij sommige vogelliefhebbers en -deskundigen wel eens wat twijfel bestaat. 2) Wat de schrijver helemaal niet vermeldt in zijn artikel, is het feit dat het overgrote deel van de leden van de BFVW lid zijn vanwege hun belangstelling voor het kievitseieren rapen. Naar mening van vele deskundigen – zoals bekend – wordt door het eieren rapen jaarlijks aan de weidevogelstand behoorlijke schade toegebracht, niet alleen aan de Kieviten maar ook aan andere vogelsoorten, waarvan de nesten door de duizenden eierzoekers verstoord worden. Vaak wordt ook gesteld dat van de BFVW slechts ± 5% zich daadwerkelijk aan de nazorg wijdt en dus 95% slechts uit is op eieren zoeken. Naar mijn mening heeft de schrijver een verkeerd beeld van de BFVW gegeven door enerzijds wel te spreken van 'Daadwerkelijke bescherming staat hier dus voorop...’, 'inspirerende verslagen van weidevogelbeschermingswerk...’, maar niet de voornaamste activiteit van de BFVW; het omstreden eieren rapen te vermelden.