In het ’Waddenbulletin’ 15(4) : 134-140 schrijven Arend J. van Dijk & Jan Bakker over 'Beweiding en broedvogels op de Oosterkwelder van Schiermonnikoog’. In het vorige artikel stond de invloed van het vee op de vegetatie centraal. Nu wordt ingegaan op de gevolgen van de beweiding voor de broedvogelbevolking van de kwelder. Uit de verschillen die zijn waargenomen tussen beweide en de onbeweide kwelder kan worden geconcludeerd dat de beweiding een overwegend positief effect heeft op de samenstelling en de talrijkheid van de broedvogelbevolking. Op de beweide kwelder (83 ha) nestelden maximaal 31 soorten met een totaal van 850 tot 1000 broedparen en op de onbeweide kwelder (77 ha) 25 soorten met een totaal van 550 à 600 broedparen. Waarschijnlijk door verdergaande verruiging van de onbeweide kwelder zal het aantal broedgevallen hier nog enigszins afnemen. De nadelige effecten van de beweiding als het vertrappen van nesten door koeien, blijken gering.