Wat in Vlaanderen nog rest van de hoogstammige boomgaarden verdwijnt massaal in de openhaarden. Economisch gezien heeft de hoogstam zijn tijd gehad. In 1969 was in België nog 13.957 ha ingenomen door hoogstamboomgaarden, in 1976 nog 4.500 ha. Thans telt men niet meer in hectaren, maar in stuks. Specialisten schatten het aantal hoogstambomen in het hele land nog op enkele honderdduizenden. Het verdwijnen van de hoogstam deed zich voor in drie etappes: eerst leidde de rooipremie tot massale kapping, toen veranderden de ruilverkavelingen hele gebieden tot kale vlakten en thans zitten wij midden in de derde etappe: de energiecrisis met als gevolg dat heel wat bomen in houtkachels verdwijnen... Samen met de hoogstam verdwijnen heel wat vogels, die de boomgaarden als broedgebied hadden uitgekozen, de Spotvogel, Grauwe Vliegenvanger, Grote Lijster en de Vink welke in Vlaanderen vrij veel als broedvogel in hoogstamboomgaarden werden aangetroffen.