Van dr. H. van de Werken is het volgende verhaal: Een oudere dame kwam zich eens bij de directie van Artis beklagen over het feit dat een hyena haar paraplu in stukken had gescheurd. Op de vraag hoe het dier de paraplu eigenlijk te pakken had kunnen krijgen, luidde het antwoord, dat zij gewoon door het gaas een beetje naar 'dat kreng’ had staan prikken... Dit voorval toont op treffende wijze, dat ook wie belangstelling heeft voor dieren, in de omgang toch de plank nog wel eens behoorlijk mis kan slaan. In feite is de tragiek van de jachtsport precies op dit gegeven terug te voeren – maar daarover een andere keer. Wat ik hier aan de orde wil stellen, is hoe wij onze interesse voor het dier (meer in het bijzonder voor vogels) kunnen omzetten in verantwoord handelen. Daartoe zal ik nagaan wat vogelaars kunnen leren van ornithologen en omgekeerd. U begrijpt natuurlijk al, dat ik de termen 'vogelaar' en 'ornitholoog' gebruik als ideaaltypische begrippen. Ik weet dat er vogelaars zijn, die zich in het verlengde van hun liefhebberij verdiept hebben in de vogelkunde en soms zelfs van hun hobby hun beroep hebben gemaakt. En ik ken ook een enkele ornitholoog, die in zijn vrije tijd nog een heel enthousiast vogelaar is. Er bestaan dus ornithologen vogelaars en vogelende ornithologen. Maar terwille van mijn betoog negeer ik deze hybridische tussenvormen en kent mijn classificatie slechts twee soorten: de typische ornitholoog (voor wie die klasse der gewervelde dieren die ’Aves’ heet, object van wetenschappelijke studie is) en de typische vogelaar (degene die de schoonheid van vogels bewondert, hen een goed hart toedraagt en er aardigheid in schept hen in hun doen en laten te observeren).