In 'Het Vogeljaar’ van april van dit jaar trof ik, onder de veelbelovende titel 'Zanglijsters en landslakken’, een artikel aan over het gebruik van aambeelden door Zanglijsters bij het slachten van Cepaea nemoralis, in het Nederlands wel Veldslak genoemd. Over dit onderwerp, waarmee ik mij jaren geleden vrij intensief bezighield, heb ik destijds het één en ander gepubliceerd. In 1967 verschenen in ’Het Vogeljaar’ twee stukjes van mijn hand, die met dit onderwerp samenhingen. Het ene ging over het gebruik van gereedschap in de vogelwereld, het andere over Merels als consumenten van huisjesslakken. Beide zijn door Pierre Mannaert, de schrijver van het bedoelde artikel, opgenomen in zijn litteratuurlijstje. Mijn artikeltjes in 'Het Vogeljaar’ waren eenvoudig van opzet en bedoeld voor algemeen belangstellende vogelaars, zodat ik zweeg over technische zaken zoals de natuurlijke selectie, die Zanglijsters bij het uitoefenen van hun 'bedrijf' zouden kunnen bewerkstelligen. Elders ('De Levende Natuur’, 1962 & 1963) had ik al de nodige aandacht aan deze kant van de zaak besteed. Achteraf spijt het mij dat ik in 1967 deze artikelen niet als litteratuur vermeldde, want dan had Pierre Mannaert over begrijpelijke informatie kunnen beschikken, waaraan het hem nu kennelijk ontbrak. Wat is namelijk het geval?