Vele vogelwachten, vogelwerkgroepen en individuele vogelaars hebben al of niet regelmatig vanuit een bepaalde traditie de rapporten en verslagen van hun onderzoeken naar het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) en het Staatsbosbeheer (SBB) gestuurd. Deze tot traditie geworden handeling berust waarschijnlijk op de verwachting dat daarmee een goede daad zou zijn gedaan. Wie wel eens heeft rondgekeken in de archieven van het RIN (voor het SBB geldt dat ook) die weet dat een dergelijke verwachting te optimistisch is. De gegevens aldaar zijn dusdanig opgeborgen dat ieder die er wat van zijn gading vindt, daarmee kan doen wat hij wil. Dat geldt niet alleen voor de belangstellende vogelaar, maar ook voor bijvoorbeeld medewerkers van stedebouwkundige, dan wel ingenieursbureau’s. De twee laatste, bepaald niet de meest bezielde behoeders van onze schamele resten 'natuur', konden (kunnen?) er zonder veel moeite gegevens copiëren voor het maken van hun plannen. Tot voor kort was de toelevering van gegevens niet of weinig georganiseerd, maar sinds enige tijd is het SBB druk bezig om het verkrijgen van gegevens van amateur-vogelaars systematisch aan te pakken.