Afgelopen winter is de getelde oppervlakte aanzienlijk uitgebreid tot meer dan 14.000 km². In februari 1980 werd nog maar 7.345 km² geteld en niet 3.345 km² zoals door een fout in tabel 1 van ons vorige verslag staat (Van den Bergh-van Leeuwen e.a. 1980). De getelde oppervlakte is dus verdubbeld. De uitbreiding kwam voornamelijk tot stand in het noorden en zuidwesten van ons land (Groningen, Friesland en Zeeland). Groningen was in de winter 1979/80 wel geteld, maar de gegevens werden niet op tijd ingezonden. Het resultaat van deze telling is inmiddels wel gepubliceerd (Dirksen e.a. 1981). De uitbreiding in Noord- en Zuidwest-Nederland wordt vooral weerspiegeld door een toename van het totaal aantal getelde Blauwe Kiekendieven, Torenvalken, Sperwers en Slechtvalken. Omdat de Buizerd in Noord- en West-Nederland relatief schaars is, nam het totale aantal van deze soort slechts weinig toe. De toename van het aantal Torenvalken is niet alleen een gevolg van uitbreiding van het getelde gebied, maar is zeker ook te danken aan de goede muizenstand van afgelopen winter. In de Alblasserwaard heerste zelfs een echte muizenplaag (Jonkers 1981).