In het ecoscript no. 16 (oktober 1981) van de Stichting Mondiaal Alternatief verscheen een bijdrage tot de discussie over jagen, vangen en alternatieven voor het beheer van in het wild levende diersoorten (66 gestencilde bladzijden). De totstandkoming van de Europese Richtlijn tot Bescherming van de Vogelstand werd op 6 april 1981 van kracht voor de 10 lidstaten van de Europese Gemeenschap en moet als een kroon op het vele jaren actievoeren door tal van personen en nationale en internationale organisaties worden gezien, niet in het minst door de Stichting Mondiaal Alternatief. Voor Nederland werd voor het overleg inzake het doen van onderzoek, zoals is aangeduid in bijlage V van de richtlijn, in 1979 op initiatief van het Ministerie van Volksgezondheid en Milieuhygiëne een werkgroep-ad-hoc bijeengeroepen. Deze werkgroep, die thans functioneert onder leiding van het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk coördineert behalve het onderzoek ook andere aspecten van de uitvoering van de richtlijn. Binnen de werkgroep ontstond in 1980 een discussie over één onderwerp uit bijlage V, namelijk 'bepaling van de invloed op populaties van de wijzen van onttrekking aan het milieu’.