Uit ornithologisch oogpunt zijn bossen zeer soortenrijke biotopen. Het aantal vogelsoorten en -individuen dat in oude loofbossen of gemengde bossen als broedvogel kan voorkomen, wordt door geen andere biotoop geëvenaard. Dat wil echter niet zeggen dat al deze vogelsoorten als typische bosvogels beschouwd mogen worden. Een groot aantal soorten, waaronder talrijke als Koolmees, Merel, Heggemus en Winterkoning, komt ook in struwelen voor of in open terrein met wat bomen en struiken, bijvoorbeeld in cultuurlandschap. Bossen zijn er in vele soorten en maten. Een vluchtig bezoek aan verschillende typen leert snel dat ook de broedvogelbevolking verschilt. Sommige soorten zien wij in heel bepaalde bostypen, andere komen in meer dan één type voor maar in verschillende dichtheden. Dit artikel gaat over de achtergronden van de variatie in de broedvogelbevolking van een bos.