Nederlandse bossen hebben in het algemeen een kunstmatig karakter, dat vrijwel geheel wordt bepaald door het ingrijpen van de mens. Spontane processen spelen zich niet of onvolledig af, hetzij omdat ze niet tot ontwikkeling komen, hetzij omdat ze door de mens worden geremd of afgebroken; bijvoorbeeld de afbraak van hout vindt niet of nauwelijks plaats. Deze situatie vindt zijn afspiegeling in de samenstelling van plante- en dierenwereld. Ook de samenstelling van de huidige vogelbevolking moet bezien worden in het licht van het gevoerde beleid, van de historie van de Nederlandse en Westeuropese bossen (Voous, dit nummer), de geringe leeftijd van de boomlaag en de lage ruimtelijke variatie in de vegetatie (Philippona et al, Kleijn, Booij & Van Balen, Maréchal in dit nummer) en het grotendeels ontbreken van processen als houtafbraak (Kleijn in dit nummer).