Graag willen wij van de gelegenheid gebruik maken te reageren op het artikel in dit tijdschrift, jaargang 31 (3): 158-160, dat onder de gelijknamige titel door Ronald Huijssen en Rijk van Oostenbrugge werd geschreven namens de Vogelwacht Utrecht. Daarbij willen wij trachten enkele misvattingen recht te zetten. Wij doen dit in eerste instantie aan de hand van hun indeling.