Onderzoekingen naar het bestand van vogelsoorten en hun biotoopkeuze in parkbossen zoals het Amsterdamse Bos hebben terdege hun waarde. De resultaten daarvan vormen voor aanleg en beheer de grondslag voor het creëren van een milieu waarin zich een rijk geschakeerde avifauna kan ontwikkelen en handhaven. Dit belang was één van de motieven waarom wij ons onderzoek aan Zwartkop Sylvia atricapilla en Tuinfluiter Sylvia borin in het Amsterdamse Bos hebben gedaan. Bovendien is het op zich al interessant om de biotoopkeuze van twee betrekkelijk verwante soorten —beide soorten behoren tot het zelfde geslacht—, die in één gebied voorkomen, aan een vergelijkend onderzoek te onderwerpen. Volgens de regel van Gause kunnen soorten met dezelfde oecologische eisen niet in één zelfde gebied blijvend naast elkaar voorkomen. De vraag is nu in welke mate Tuinfluiter en Zwartkop in het Amsterdamse Bos van biotoop verschillen en welke van de onderscheiden biotopen zij het meest prefereren. Belangrijk is daarbij ook de vraag in welke mate deze door toedoen van de mens zijn ontstaan en in stand worden gehouden.