Op 3 december 1983 waren Henk van de Brink, Jur Furda en ondergetekende vogels aan het kijken op het Eemshaventerrein (Gr.). In één van de havens waren enkele Dodaarsjes aan het foerageren. Eén van de vogels kwam af en toe vlak bij een rondzwemmende Zeehond boven. Toen deze Dodaars één maal op ongeveer twee meter van deze Zeehond tevoorschijn kwam, maakte deze plotseling een snelle beweging en had de Dodaars te pakken ! De vogel spartelde nog even tegen, maar was na een minuut of twee bewegingsloos. Kennelijk was de buit te groot om in één keer naar binnen te werken, want de Zeehond was nog ten minste tien minuten bezig om veren te plukken. Na enkele minuten kwamen de darmen naar buiten. Tijdens het plukken dook de Zeehond herhaalde malen onder. Soms draaide hij zich als een Amerikaanse Zeeotter op de rug om de vogel tussen de poten te klemmen. Hoe de vogel uiteindelijk werd verslonden, kon niet goed worden waargenomen omdat de Zeehond steeds langer onderbleef. Vanaf het moment dat de Dodaars werd gevangen, heeft de Zeehond zijn prooi geen moment losgelaten.