De Purperreiger is in Nederland na 1979 sterk achteruitgegaan. Het aantal broedparen in 1983 bedroeg ongeveer 48% van dat van 1979. De kolonies in de Weerribben en in Ameide geven zelfs een veel grotere procentuele afname ten opzichte van 1979 te zien en in de Bethunepolder hebben voor het eerst sinds 1960 geen Purperreigers meer gebroed! De hoofdoorzaak is extreme droogte in de overwinteringsgebieden. Gegevens over het natuurlijk milieu in West-Afrika laten zien dat in grote delen van West-Afrika het klimaat vrij uniform is, zodat het begrijpelijk is dat tijdens droogte de hele Nederlandse purperreigerpopulatie de negatieve gevolgen van de droogte ondervindt. De droogten in tropisch West-Afrika zijn (waren?) periodiek, een sluitende verklaring voor dit verschijnsel is er niet. Deze droogten vormen een groot gevaar voor de Purperreiger, evenals waarschijnlijk cultuurtechnische werken in de overstromingsgebieden in West-Afrika. Onderzoek in de overwinteringsgebieden is daarom dringend gewenst.