De Djezireh is het steppegebied in Syrië en Irak tussen de Eufraat en de Tigris. Het gebied is vrijwel boomloos en water is alleen maar permanent aanwezig in de Eufraat, de Tigris en de Khabur. Enkele jaren geleden is de stuwdam in de Eufraat bij Raqqa gereed gekomen, waardoor zich het grote Assad-meer vormde. Vanuit de voet van de Turkse bergen stroomt een riviertje, de Balikh, naar het zuiden (zie kaartje). Hier en daar vlecht dit riviertje en vormt moerasjes die in de zomer meestal uitdrogen. De grondwaterstand in het vlakke dal is hoog genoeg om in depressies meertjes te vormen. Het grootste daarvan is het Wazgöl met een doorsnee van 300-600 meter, al naar gelang het seizoen. Gedurende het najaar van 1982 en 1984 heb ik notities gemaakt over de vogelwereld tijdens mijn botanische werkzaamheden op een opgraving in het dal van de Balikh. Het gebied heeft een jaarlijkse neerslag van 200-300 mm. Graanverbouw is sterk afhankelijk van de hoeveelheid neerslag en misoogsten zijn normaal. Om tarwe te verbouwen is men aangewezen op bevloeiîng uit het riviertje. Ook het Wazgöl wordt voor irrigatie gebruikt. De wateronttrekking neemt zulke vormen aan dat de broedvogelstand er onder lijdt. Er was een duidelijk contrast merkbaar, 1982 was relatief vochtig en de twee jaren daarna waren erg droog.