Evenals in 1983 en 1984 worden in 1985 in het broedseizoen op Terschelling door medewerkers van het Rijksinstituut voor Natuurbeheer (RIN) jonge en oude Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen voorzien van kleurmerken: —om het loopbeen van iedere poot één grote, oranje ring met letters, cijfer of strepen (bars); letter en cijfer zijn drie maal herhaald op de ring zodat de code van alle kanten is af te lezen òf — om het loopbeen van iedere poot twee kleine kleurringen zonder code (gebruikte kleuren: oranje, rood, geel, groen, blauw, zwart en wit) óf — geel vleugelplaatje aan beide vleugels met zwarte code (twee letters, twee cijfers, één letter/één cijfer of omgekeerd) er ingegraveerd; linker- en rechtervleugel identiek. Waarnemingen van Zilver- en Kleine Mantelmeeuwen met deze kleurmerken worden gaarne ingewacht op onderstaand adres. Van belang zijn soort, leeftijd, kleurmerk (gaarne zo volledig mogelijk: bijvoorbeeld geel vleugelmerk met code B 3 òf linkerpoot boven rood, onder groen en rechterpoot boven geel, onder wit Of linkerpoot oranje met code P, rechterpoot boven geel, onder wit óf linkerpoot oranje met code P, rechterpoot oranje met code dubbel-bar), waarnemingsdatum, waarnemingsplaats en conditie van vogel (gezond, ziek, dood). Alle inzenders ontvangen persoonlijk bericht over de ringgegevens van de waargenomen vogel.