Er is in de loop der jaren al zo veel geschreven over het oriënteringsvermogen van onze postduiven, dat het bijna onmogelijk is om nog met iets voor de dag te komen, dat nog niet eerder door iemand beschreven is. Toch is er een zeer goede reden waarom ik iets naar voren wil brengen, dat naar ik hoop meer inzicht en begrip zal kunnen gaan brengen bij de zeer vele duivenliefhebbers, waar ik er zelf één van ben. Dit zal een eerste voorzichtige poging zijn om geheel nieuwe gezichtspunten aan te dragen, die kunnen leiden tot een verruiming van ons denken met betrekking tot de gedragingen van postduiven. Ik hoop van harte dat er mensen zullen zijn, die deze gedachten serieus nemen en zo een weg inslaan, die van belang zal zijn voor de duivensport in de toekomst. De reden voor het schrijven van dit artikel is dat het mij al lange tijd meer en meer gaat benauwen, dat er alleen nog maar materialistisch gedacht kan worden over de gedragingen van de duiven. Zelfs het wonderbaarlijke oriënteringsvermogen probeert men al jaren, tot in het absurde toe, materialistisch te verklaren. Allerlei wetenschappers hebben zich er reeds mee beziggehouden en vaak zeer verdienstelijk werk verricht. Toch moeten wij zeer voorzichtig zijn met het trekken van conclusies uit deze onderzoeken. Tot nog toe, alle onderzoeken ten spijt, is het mysterie van het oriënteringsvermogen niet opgelost en aangezien de gehele postduivensport draait om dit bijzondere vermogen, wil ik proberen wegen aan te geven die ons meer inzicht kunnen verschaffen.