Zaterdag 13 oktober 1984. Samen met mijn zoon rijd ik om half acht naar het Muiderzand om te kijken of daar nog wat te zien is aan kleine zangertjes. En dan liefst niet alleen van die gewone zoals Tjiftjaf of Zwartkop, maar Bladkoninkje of dergelijke. Ze zijn er gezien! Het is flink nevelig als wij om ongeveer acht uur op de plaats van bestemming aankomen en gaan lopen. De verspreid staande struiken en boompjes leveren in eerste instantie niets op. Boven ons daarentegen komt de trek aardig op gang en wij zien weldra de ene groep Vinken na de andere passeren. Niet zulke kleine groepjes van enkele exemplaren, nee, twintig stuks is wel haast het minimum. Als even later nog een vriend arriveert sjouwen wij gedrieën door het mulle zand, waar door recreanten wel het een en ander aan vuil in de vorm van blikjes, plastic en papier is achtergelaten. Jammer!