Overal op het noordelijk halfrond broeden in de poolstreken Rotganzen. Deze zijn in drie in het veld herkenbare ondersoorten te ondersoorten te onderscheiden. Dat zijn: Branta bernicla nigricans uit Oost-Siberië, Alaska en westelijk Canada, Branta bernicla bernicla (de Zwartbuikrotgans) uit Midden- en West-Siberië en ten slotte Branta bernicla hrote (de Witbuikrotgans), die broedvogel is op Spitsbergen en Franz Jozefeiland, Noord-Groenland en het oostelijk deel van de Canadese poolstreken. Het overgrote deel van de Rotganzen, die van de herfst tot in het late voorjaar Nederland bezoeken, bestaat uit Zwartbuikrotganzen. Toch worden hier ook regelmatig witbuiken gezien. Nog geen tien jaar geleden werd deze ondersoort als zeldzaam in ons land beschouwd, maar Lambeck toont aan dat, waarschijnlijk vooral in koudere winters, regelmatig Witbuikrotganzen in onze streken voorkomen. Hij komt tot een voorzichtige schatting van 100 tot 200 dieren, die tegelijk in ons land aanwezig zijn.