In het algemeen wordt aangenomen, dat Huiszwaluwen oorspronkelijk hun nesten tegen rotswanden (Kuhk 1962) bouwden en geleidelijk de huizen van de mens tot nestlokatie hebben gekozen. Voor een Huiszwaluw zal er immers weinig verschil zijn tussen een rotswand en een stenen muur (Roos 1981). Dikwijls wordt dan vergeten, dat met name meer noordelijk binnen het verspreidingsgebied (figuur 1) de Huiszwaluwen tegen houten huizen broeden (Philippona 1974, Menzel 1984). Deze soort is bovendien broedend gevonden tegen boomstammen (Grote 1930). Iedereen die veel nesten heeft bekeken, zal tot de conclusie komen, dat veel nesten eigenlijk nog steeds tegen een houten aanhechtingspunt zitten of te vinden zijn met een ondergrond van een combinatie van hout en steen. In principe metselen de ’Zwaalfjes' overal tegen aan. Er zijn voorbeelden bekend van nesten tegen scheepswanden (Johnson 1985), lantaarnpalen en allerhande typen gebouwen (bouwsels). Het is gebleken, dat Huiszwaluwen een sterke voorkeur hebben voor nestplaatsen met een lichte ondergrond (Hazevoet 1983, Maréchal & Veenhuizen 1985).