Huiszwaluwen mag men, zoals het heet, niet ’onder zich hebben’. Dat wil zeggen, het zijn beschermde vogels die men niet mag houden. In de praktijk doen zich soms situaties voor dat een helpende mensenhand geboden is. Nesten kunnen van daklijsten vallen met de jongen er in. Dat gebeurt onder andere onder invloed van regens en droogte, door het denderen van verkeer, door het gebruik van al te oude nesten en door het gebruik van slecht nestmateriaal. Predatoren en nestconcurrenten kunnen jongen uit het nest op de bodem doen belanden. Het kan gebeuren, dat dat in een leeftijdsfase is waarin de ouders deze jongen nog niet als hun eigen jongen herkennen. Volwassen vogels kan ook het een en ander overkomen (bijvoorbeeld verkeersslachtoffer). Soms worden zij opzettelijk belaagd door de jeugd (?) met windbuksen. Verder kunnen volwassen en vliegvlugge Huiszwaluwen tijdens de trek worden getroffen door barre weersomstandigheden. Hoe dan ook, men dient in ieder geval dergelijke vogels zo snel mogelijk bij een plaatselijk of regionaal opvangcentrum onder te brengen. Daar is deskundige hulp aanwezig. U doet er goed aan om even telefonisch contact op te nemen vóórdat u de vogel(s) gaat brengen. Men weet dan dat u er aankomt en u krijgt zonodig een aantal tips die voor de vogels van belang kunnen zijn.