Dank zij de medewerking van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels blijft het mogelijk het onderzoek naar het voorkomen van de Ooievaar in Nederland voort te zetten. Er waren in 1986 drie wilde en vijf gemengde paren die tot broeden kwamen. Hiervan vlogen negen jongen uit. Het aantal vrijvliegende paren van het ooievaarsproject van Vogelbescherming bedroeg vijfendertig. Deze paren brachten zesennegentig jongen groot, waarvan er eenenvijftig vrij rondvliegen. Tijdens de trek, vooral in het voorjaar, bezochten veel Ooievaars ons land. Meer dan honderdvijftig waarnemingen werden geregistreerd, waarvan ruim honderdvijfendertig in de periode van maart tot juni.