Al enige jaren brengt de vogelwerkgroep van de Vogelwacht Delft verslagen uit. Het verslag over 1984 is alweer informatiever en omvangrijker geworden dan die over de voorgaande jaren. Mede door uitbreiding van het aantal inventariseerders, zijn wij in staat geweest een steeds beter beeld te schetsen van enerzijds de broedvogels van Delft, en anderzijds de in het gebied voorkomende winteren trekvogels. In het verslag over 1984 zijn opgenomen: resultaten van Inventarisaties in het stedelijk gebied, van parken en polders, een nestkastenverslag, en een bespreking van de nietbroedvogels. In het hoofdstuk ’Jaarlijkse broedvogels van Delft’ worden 47 soorten afzonderlijk besproken, toegelicht door verspreidingskaartjes. Van enkele soorten werden opvallende aantallen geconstateerd: zo was de Merel vertegenwoordigd met maar liefst 1400 paar, de Winterkoning met 225 paar, en de Putter met 55 paar. Van de schaarsere soorten die in Delft voorkomen, wordt het aantalsverloop in de periode 1964- 1984 behandeld.