In de afgelopen jaren, in elk geval reeds vanaf 1970, is het aantal broedparen van de Oeverzwaluw in Nederland zeer sterk afgenomen. Deze achteruitgang kan met vrij grote zekerheid worden toegeschreven aan de slechte weersomstandigheden in de overwinteringsgebieden, in de Sahelzone (Afrika). Ook in andere Europese landen is deze afneming significant. In Groot-Brittannië betreft deze afneming circa 90% van het aantal broedparen in de jaren zestig. In België werd vastgesteld dat ten opzichte van 1983 het aantal broedparen in 1984 met 44% was afgenomen en het aantal kolonies met 50%. Uit Noord-Frankrijk komen soorgelijke berichten, terwijl uit Luxemburg werd gemeld dat in 1984 en 1985 vrijwel alle vroege kolonies onbezet waren en slechts hier en daar nog enkele broedparen aanwezig waren. In Denemarken hadden de kolonies in 1984 en 1985 een veel geringer bezettingspercentage dan in de jaren zestig en zeventig. Ook uit West-Duitsland kwamen meldingen binnen van een flinke achteruitgang. In Nederland bedroeg de achteruitgang in 1985, berekend uit steekproeven 1979-1981, ongeveer 65%-70%.