Oeverzwaluwen zijn specifieke koloniebroed- vogels. Voor de vorming van een broedkolonie prevaleert de aanwezigheid van een geschikte steile wand boven alle andere aspecten, die echter wel van belang zijn voor de grootte van de kolonie. Oeverzwaluwen zijn zeer plaatstrouw en komen in de regel terug op de plaats waar ze reeds eerder broedden. De koloniegrootte kan van jaar tot jaar verschillen. Bij een studie over vele jaren van alle aan mij bekende kolonies in Nederland is gebleken dat 35 – 50% van alle kolonies min- der dan tien broedparen telt en dat circa 70% van alle kolonies minder dan vijfentwintig broedparen telt. Slechts 10% of minder van alle kolonies telt meer dan vijftig broedparen (figuur 1). Ook elders in Europa en de USA werden dergelijke percentages aangetroffen (tabel 6, figuur 8). Afhankelijk van de grondsoort van de koloniewand varieert de gemiddelde koloniegrootte over een reeks van jaren bij kleiwanden tussen zestien en zevenendertig broedparen en bij zandwanden tussen twintig en veertig broedparen. Voor veenwanden en andere minder voorkomende bodems varieerden de gemiddelden tussen twaalf en eenentwintig broedparen. In vrijwel alle onderzochte jaren bleek de gemiddelde koloniegrootte in zandwanden steeds hoger te zijn dan in anderssoortige bodems (tabel 4, tabel 5, figuren 3 tot en met 7 ). In kolonies is het aantal holen geen maatstaf voor het aantal broedparen. Het bezettingspercentage varieert, jaarlijks afhankelijk van de koloniegrootte, tussen 67 en 91 % (tabel 1). De oppervlakte van de beschikbare steile wand bepaalt in zekere mate de koloniegrootte. Kleine kolonies treffen we meestal aan op beschikbare wanden van geringere oppervlakte dan grote kolonies die vooral voorkomen op beschikbare wanden met een relatief grotere oppervlakte (tabel 2). Dit is ook van toepassing op de oppervlakte van de broed- en foerageerbiotoop (tabel 3, figuur 2). De dichtheid van het aantal holen per m² in de kolonie neemt toe naarmate de oppervlakte van de kolonie kleiner is, en het aantal bewoonde holen per kolonie groter is (tabel 7, figuren 9 & 10).